Ik weet het nog goed. Vanuit de schoolbanken naar mijn eerste echte baan. Een kantoorbaan als vestigingsmanager van een uitzendbureau. En bij een kantoorbaan hoort natuurlijk een vast ritme, een dagelijks ritueel. De bekende ‘9 tot 5 mentaliteit’. Mijn dagen zagen er daarom als volgt uit:
- Om kwart over zeven stapte ik op mijn fiets naar het station.
- Vervolgens pakte ik de trein van half acht richting Tilburg.
- Rond kwart voor acht stond ik op Tilburg Centraal.
- Na een wandeling van een kwartier zat ik achter mijn bureau te wachten op de pruttelende koffie en de computer die opstartte.
- Rond twaalf uur, half één was het tijd voor de lunch.
- Vijf uur. Afsluiten en terug wandelen naar het station.
- Trein van kwart over naar huis.
- Half zes was ik thuis.
Dag in, dag uit. Meestal vijf dagen, soms zes.
Van input naar output
Uren maken. Dat werd van mij verwacht. Aanwezig zijn en binnen die tijd mijn taken doen. Dat hield ik een jaar vol en daarna nog een paar in andere functies. Totdat ik als communicatieadviseur ineens afgerekend werd op output.
Heel kort door de bocht kreeg ik een laptop, een lijst met taken en verder mocht ik het zelf uitzoeken. Het maakte niet uit hoe, waar en wanneer ik werkte, als het werk maar af was. Die vrijheid wende snel. Ik werkte regelmatig vanuit huis, maar was ook heel veel op kantoor, vanwege mijn leuke collega’s.
Ik vond het een fijne manier van werken. De vrijheid om zelf mijn werk in te delen, maar als ik heel eerlijk ben werkte ik meer dan ik voorheen deed. Ik voelde me verantwoordelijk voor de output, waardoor ik soms over mijn uren ging. Regelmatig ging ’s avonds en in het weekend mijn laptop open.
Terug in het gareel
Mijn laatste werkgever was het tegenovergestelde. “I kid you not” Om acht uur klonk de zoemer en ging iedereen aan het werk. Twee uur later vertelde dezelfde zoemer dat het tijd was voor koffie. Om één uur was het lunch, rond drie uur nog een keer koffie en om vijf uur klonk het verlossende geluid en was het pand leeg.
Daar heb ik echt maanden aan moeten wennen. Met name, omdat ik die enorme vrijheid bij de werkgever daarvoor gewend was. En de focus was van output terug verschoven naar input.
Uiteindelijk bleek dit geen match. Mijn werkgever voelde dat ook en liet me gaan. Hier stond ik voor een belangrijke keuze.
Eigen baas
Ik stond dus voor de keuze. Weer in loondienst of verder als eigen baas? Na een korte twijfel koos ik voor het laatste en mocht vervolgens mijn eigen schema bepalen.
Met name de eerste periode genoot ik van de vrijheid. De opdrachten die ik had kon ik zelf inplannen en daar omheen deed ik alles waar ik zin in had. Om half tien mijn bed uit. Lunchen in de stad en af en toe even pauze met een leuke serie. Af en toe betekende dat, dat ik ’s avonds wat langer door moest, maar dat was mijn keuze.
Heerlijk die vrijheid. Heerlijk om bezig te zijn met de dingen waar ik goed in ben en die ik leuk vindt.
Weer terug in het gareel
Van werk vanuit thuis naar een eigen kantoor.
Van de auto van mijn vrouw naar mijn eigen auto.
Van alleen werken naar collega’s en personeel.
De vrijheid blijft. Met name in mijn hoofd. Ik blijf bezig met toffe dingen, maar stiekem komt mijn huidige schema me akelig bekend voor:
- Om half acht stap ik in de auto.
- Tussen kwart voor acht en acht op kantoor.
- Koffie en muziek aan, gordijnen en laptop open, aan het werk.
- Rond half één is het lunchtijd (soms vroeger, nooit later).
- Tussen vijf en half zes gooi ik mijn tas in de achterbak, geef een paar keer gas en ben weer thuis.
Geen 9 tot vijf mentaliteit dus. Eerder van acht tot half zes. Elke dag op zoek naar de juiste verhouding tussen input en output. Wat is het belangrijkst in jouw werkdagen? Input of output?
Geef een reactie